Spatkracht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Invulling parameters sjabloon
Regel 1:
[[Bestand:Spatkrachten001.svg|thumb|1) grote spatkrachten met flauwe boog.<br /> 2) kleine spatkrachten met spitse boog]]
Een '''spatkracht''' is de zijdelingse of [[horizontaal|horizontale]] [[Belasting (constructieleer)|kracht]] die door onder meer [[boog (bouwkunde)|bogen]], [[gewelf|gewelven]], portalen en [[sluisdeur]]en op een [[Oplegging|steunpunt]] wordt uitgeoefend.
 
Een boog bijvoorbeeld drukt met een bepaalde kracht, als gevolg van diverse belastingen, op de [[aanzetsteen]] die met eenzelfde reactie terug duwt. Deze schuine kracht kan worden ontbonden in een horizontale en verticale kracht, de horizontale kracht noemen we de spatkracht. Hoe steiler de boog, hoe kleiner de spatkracht en hoe groter de verticale kracht, die makkelijker naar de [[fundering]] kan worden afgeleid.
 
Bij als puntdeur uitgevoerde [[Sluis (waterbouwkunde)|sluis]]deuren moet de horizontale waterdruk tegen de deur opgenomen worden door muur van de [[schutkolk]], zowel in langs- als dwarsrichting (= de spatkracht).
 
Worden er geen maatregelen getroffen om de spatkrachten op te nemen, dan ontstaat schade aan het gebouw waar de spatkrachten zich voordoen. De spatkracht bij bogen en gewelven kan worden opgenomen door trekstangen of muurverzwaringen in de vorm van [[Steunbeer|steunberen]] of [[Luchtboog|luchtbogen]] die de krachten overbrengen naar de steunbeer. De spatkrachten die bij [[Koepelgewelf|koepels]] ontstaan, kunnen worden opgenomen door een [[ringbalk]].
Regel 10:
De [[Romeinse Rijk|Romeinen]] kenden dit fenomeen; bij bruggen werden zware blokken naast de boog gestapeld. Het plaatsen van een andere boog, zodat de spatkrachten van de twee bogen elkaar opheffen, werd ook toegepast. De koepel van de [[Sint-Pietersbasiliek]] had enkele eeuwen te kampen met spatkrachten: de stenen aan de onderkant vertoonden scheuren. Dit werd hersteld door het extern aanbrengen van ([[voorspanning (mechanica)|voorgespannen]]) ijzeren [[trekbalk]]en.
 
Bij gotische kerken worden de spatkrachten van het middenschip opgevangen door de lagere zijbeuken, waarnaast de steunberen de spatkrachten van die zijbeuken opvangen. De uitvoering van de gotische kerken blijkt na eeuwen zo degelijk, dat voor de bouw berekeningen moeten zijn gemaakt{{feitBron?||2015|08|23}} (zie [[grafostatica]]).
 
Een simpel dakspant met twee spantbenen staat meestal op een balk met inkepingen, waarin de hielen van de spantbenen passen. Daardoor worden de spatkrachten opgevangen. De balk wordt soms plat op een balklaag gelegd, waardoor hij trekplaat wordt genoemd. Bij deze [[houtverbinding]] moet de inkeping ver genoeg van het eind van de balk verwijderd zijn (het 'voorhout' moet lang genoeg zijn) om [[Afschuiving (sterkteleer)|afschuiving]] vanaf de inkeping te voorkomen. Hiervoor wordt soms ook een stalen beugel of een [[spijkerplaat]] om de hiel van het spantbeen en de balk aangebracht.