Boudewijn Büch: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Er stond een onjuistheid over de hoofdpersoon van de Kleine Blonde Dood
Labels: Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 99:
Büch heeft ook buiten zijn geschriften in interviews dingen verteld die later niet waar bleken te zijn of althans op gespannen voet stonden met feiten. De belangrijkste hiervan zijn:
 
* Vanaf 1970 vertelde Büch aan vrienden dat hij een zoontje had. Dit bleef telkens terugkeren in zijn geschriften, onder meer in ''Geestgrond'' (1995) waarin hij het verhaal over Winkler Brockhaus uit ''De kleine blonde dood'' en ''De hel'' voortzet en waarin ook het zoontje en diens beweerde dood aan de orde komen. Het betrof volgens critici echter een kind van een bevriend echtpaar, met wie hij nu en dan uitstapjes maakte, doch waarvan hij niet de verwekker kon zijn. Toen het kennelijk steeds moeilijker voor hem werd om dit fantasieverhaal vol te houden, deelde hij op een gegeven moment mee dat het kind zou zijn overleden. Hij verwerkte dit thema onder andere reeds in zijn prozadebuut ''De blauwe salon'' (1981), in de dichtbundel ''Dood kind'' (1982) en in de roman ''De kleine blonde dood'' (1985, de hoofdpersoon in deze roman heet ValentijnBoudewijn BoeckeBüche). In 2004 betitelde het inmiddels volwassen geworden kind Büchs verhalen over dit onderwerp als "Ziek. Absurd. Bizar."<ref>[https://www.vn.nl/Artikel-Literatuur/De-zoon-van-Boudewijn-Buch-De-kleine-blonde-spreekt.htm Boudewijn Iskander Pronk in Vrij Nederland]</ref>
* In meerdere romans van Büch is een opmerkelijke vader-zoon-relatie aan de orde: in ''De kleine blonde dood'', ''Het dolhuis'' en ''De rekening''. Hij beweerde daaromtrent dat zijn vader een gevluchte, in het toenmalige Duitse [[Gdańsk|Danzig]] geboren, Poolse of Duitse [[joden|jood]] was die als piloot bij de ''[[Royal Air Force|RAF]]'' zijn eigen geboortestad moest bombarderen, zoals hij beschrijft in ''De rekening'' (1989). Volgens dit verhaal werd in het gezin Büch alleen Duits gesproken en pleegde zijn door zijn oorlogservaringen getraumatiseerde vader [[zelfmoord]] naar aanleiding van berichten dat de [[Drie van Breda]] zouden worden vrijgelaten. Het betrof volgens critici Büchs vader, een Haagse gemeenteambtenaar die in 1975 stierf aan een [[Hartinfarct|hartaanval]].{{Bron?||2021|12|06}}
* Na de dood van zijn vader verspreidde Büch het gerucht dat hij miljoenen had geërfd. In de extreemste variant van het verhaal wilde hij daarvan dertig miljoen schenken aan de ''[[Rote Armee Fraktion]]'', een naoorlogse [[extreemlinks|links-extremistische]] [[terrorisme|terreurgroep]] in de [[Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)|Bondsrepubliek Duitsland]]. Ook deed hij toezeggingen van miljoenen voor projecten die met literatuur te maken hadden. Potentiële ontvangers van Büchs giften namen zijn verhalen serieus genoeg om te beginnen met de oprichting van een ''Beheerstichting Erfenis Boudewijn Büch''. Uiteindelijk gaf Büch echter niet thuis. Volgens critici bedroeg zijn [[Nalatenschap (algemeen)|erfdeel]] ongeveer 750 gulden.{{Bron?||2021|12|06}}