Naar inhoud springen

belegging

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 16 mrt 2024 om 20:54 (→‎top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • be·leg·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord belegging beleggingen
verkleinwoord belegginkje belegginkjes

de beleggingv

  1. (economie) geld besteed aan iets waarvan men verwacht dat het later meer waarde zal hebben
    • Hij had zijn geld voorzichtig belegd en was daardoor langzamerhand toch heel rijk geworden. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be