toonbankwinkel
Uiterlijk
- Geluid: toonbankwinkel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtombɑŋkˌwɪŋkəl / (4 lettergrepen)
- toon·bank·win·kel
- samenstelling van toonbank zn en winkel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toonbankwinkel | toonbankwinkels |
verkleinwoord | toonbankwinkeltje | toonbankwinkeltjes |
de toonbankwinkel m
- (bedrijfskunde) zaak waar een verkoper de klanten van achter een toonbank bedient
- De manier waarop je de artikelen verkoopt, heeft invloed op het winkelinterieur. Je kunt kiezen tussen een toonbankwinkel en een circulatiewinkel. De toonbankwinkel gebruik je bij het bedieningssysteem. Je helpt de klanten vanachter de toonbank en hebt direct contact met je klant. [1]
- In de ouderwetse toonbankwinkel op de hoek, bijvoorbeeld, hoorde iedereen wat een vaste klant de kruidenier vertelde, zonder dat het voor andere wachtenden was bedoeld. [2]
- Het woord 'toonbankwinkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Economie en Ondernemen. Tekstbron 2.30. Winkelpresentatie (2016) Edu’Actief, Meppel; p. 2; geraadpleegd 2018-03-20
- ↑ Raad voor Maatschappelijke OntwikkelingNiet langer met de ruggen naar elkaa advies 37 (oktober 2005) RMO / SDU, Den Haag; ISBN 9789012112352; p. 34 n. 12; geraadpleegd 2018-03-20
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bedrijfskunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal