elfjes

Nederlands

Malurus cyaneus  (ornaatelfje) Mannetje en vrouwtje

Uitspraak

• Geluid:  elfjes    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɛl^əfjəs / (2 of 3 lettergrepen)

Woordafbreking

• elf·jes

Woordherkomst en -opbouw

• [1]:  elf zn  met de uitgang -jes
• [2], [3]:  elfje zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord
verkleinwoord		elfjes

Zelfstandig naamwoord

de elfjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord elf

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord elfje
2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Maluridae  een familie van zangvogels uit het Australische continent. De familie telt 29 soorten

Hyperoniemen

• [2] zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] blauwborstelfje, bont elfje, bosavi-elfje, breedsnavelelfje, bruine grassluiper, Dorothy's grassluiper, eyremeergrassluiper, harlekijngrassluiper, kalkadoongrassluiper, keizerelfje, kortstaartgrassluiper, mallee-emoesluiper, oostelijke grassluiper, opaltongrassluiper, ornaatelfje, prachtelfje, purperkruinelfje, roestflankelfje, roestschouderelfje, roodkapelfje, roodkapemoesluiper, roodooremoesluiper, roodrugelfje, roodvleugelelfje, rosse grassluiper, Wallace' elfje, westelijke grassluiper, witkeelgrassluiper, witschouderelfje, witvleugelelfje, zwarte grassluiper, zwartwitte grassluiper

Verwante begrippen

• donker elfje, driehoekselfje, melkelfje, spiegelelfje, spits elfje, stippelelfje, stomp elfje, variabel elfje, vroeg elfje, wilgenelfje, wimperzomerelfje, zomerelfje

Gangbaarheid

• Het woord elfjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.