• bur·ger·plicht
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerplicht burgerplichten
verkleinwoord - -

de burgerplichtv / m

  1. plicht van een burger t.o.v. zijn medemens of maatschappij waartoe hij behoort
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]