lunair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lunair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lu·nair

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse lunaire met het achtervoegsel -air

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	lunair	lunairder	lunairst
verbogen	lunaire	lunairdere	lunairste
partitief	lunairs	lunairders	-

Bijvoeglijk naamwoord

lunair

1. (astronomie) de maan betreffend, maan-

Vertalingen

    1.   

Duits: lunar (de) Engels: lunar (en), lunary (en) Frans: lunaire (fr)

Spaans: lunar (es)

Gangbaarheid

• Het woord lunair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lunair" herkend door:

58 %	van de Nederlanders;
66 %	van de Vlamingen.