ekonomie
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ekonomie | ekonomieë |
- eko·no·mie
- Afgeleid van het Nederlandse economie
ekonomie
- (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
ekonomie
- (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /ɛkɔnɔmɪjɛ/
- eko·no·mie
- Afgeleid van het Latijnse oeconomia
ekonomie v
- (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
- (economie) ecomonie; de toereikendheid van de relatie tussen productiekosten en winstgevendheid
- –
- ekonomičnost v, hospodárnost v, úspornost v
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
ekonomie
- (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Wetenschap in het Afrikaans
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Wetenschap in het Nedersaksisch
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Economie in het Tsjechisch
- Vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Woorden in het Twents
- Zelfstandig naamwoord in het Twents
- Wetenschap in het Twents