herberekening
Uiterlijk
- her·be·re·ke·ning
- afleiding berekening met het voorvoegsel her-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herberekening | herberekeningen |
verkleinwoord |
de herberekening v
- het opnieuw calculeren; het opnieuw numeriek uitwerken
- ▸ In Bergen op Zoom, de stad met de meeste besmettingen na Rotterdam en Amsterdam, is ruim 14 procent van 965 afgenomen tests positief. Dat meldt de GGD West-Brabant, na herberekening van de cijfers. Eerder werd gesproken over ruim 11 procent.[1]
- ▸ Bij de herberekening verwerkte AstraZeneca in totaal 190 besmettingen met covid, tegen 141 eerder. Geen van de proefpersonen die het vaccin kregen ontwikkelde een ernstige vorm van corona, tegen acht in de controlegroep die een placebo had gekregen.[2]
- Het woord herberekening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Ruim 14 procent test positief in Bergen op Zoom” (11-08-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Herziene cijfers bevestigen: AstraZeneca-vaccin effectief” (25-03-2021), NOS